Carlisme, bijna twee eeuwen aanspraak op de Spaanse troon

Op 24 april 1964 huwde prinses Irene, dochter van Juliana van Oranje (1909-2004), toenmalige koningin van Nederland, met de Spaanse prins Karel Hugo van Bourbon-Parma (1930-2010). Het verhaal is bekend: het was een controversiëel huwelijk, in de eerste plaats vanwege de rooms-katholieke godsdienst van Karel Hugo, maar ook vooral om diens Carlistische aanspraak op de Spaanse troon. Bovendien was de rol van de Carlisten tijdens en na de Spaanse Burgeroorlog reden tot hevige parlementaire en openbare discussie in Nederland. Irene moest met haar huwelijk uiteindelijk afstand doen van haar aanspraken op de Nederlandse troon. 

Maar wat is het Carlisme nu eigenlijk en wat beoogt het? Wel, het is een beweging, die voortkomt uit een maatregel, die de Spaanse koning Ferdinand VII (1784-1833) in 1830 nam, de zg. 'Pragmatieke Sanctie'. Met die wet wilde hij een gedeelte uit een Salische wet van zijn overgrootvader Filips V opheffen. Die had die wet indertijd aangenomen om zijn Bourbonse nageslacht te beschermen tegen Habsburgse pretendenten. Maar er was nu een ander probleem. Ferdinand had alleen dochters, Isabel (1830-1904) en Luisa Fernanda (1832-1897), en de wet van zijn overgrootvader stond alleen mannelijke troonsopvolging toe. Hij wilde voorkomen dat na zijn dood zijn broer Karel (1788-1855) hem zou opvolgen.

De Carlistische oorlogen
Hierdoor zou Ferdinand na zijn dood in 1833 opgevolgd worden door zijn oudste dochter, slechts 3 jaar oud, onder de naam Isabel II. Karel accepteerde dit natuurlijk niet en riep zich onder de naam Karel V uit tot koning van Spanje (de ons bekende Karel V was koning in Spanje onder de naam Karel I). Zijn aanhangers werden de Carlisten genoemd. Daaronder behoorden de meest traditionele monarchisten en de strenge katholieken, zoals de inwoners van Navarra en Baskenland. De kerk in Spanje had dan officiëel geen kant gekozen maar vele conservatieve priesters steunden Karel openlijk. Ook vanuit Catalonië en Aragón, waar men kans zagen om de onafhankelijkheid terug te winnen, kwam veel steun. Zo brak na deze proclamatie van Karel de Eerste Carlistenoorlog (1833-1839) uit, die echter alleen zou leiden tot de zg. 'Abrazo de Vergara', de Omhelzing van Vergara, in Oñate (Baskenland) tussen generaals van de twee strijdende kampen op 31 augustus 1839.

Van 1846 tot 1849 voerde Karel's zoon ook zonder veel gevolgen de Tweede Carlistenoorlog. Maar het succes kwam tijdens de Derde Carlstenoorlog (1872-1876), onder leiding van de kleinzoon. Die wist vrijwel heel Noord-Spanje in handen te krijgen. In 1868 had Isabel II gedwongen afstand gedaan van haar troon en was ze naar Frankrijk gevlucht, waarna de Eerste Republiek in Spanje werd uitgeroepen. Deze nieuwe situatie was koren op de molen van de Carlistische pretendent. De oorlog zorgde er echter ook voor dat in 1874 de zoon van Isabel dankzij een staatsgreep de troon wist te bemachtigen. Onder de naam Alfons XII bracht hij een zekere eenheid in het kamp, dat de Carlistische bedreiging bestreed. Met de inname van de stad Olot en het beleg van Seo de Urgel in 1875 door regeringstroepen, kwam er al snel ook een einde aan deze burgeroorlog.

Nieuwe pretendenten
Na de dood van de laatste afstammeling in de mannelijke lijn van de eerste Carlistische pretendent zouden veel Carlisten Alfonso XIII toch als legitiem koning erkennen. Een deel zou de beweging echter voortzetten nadat in een andere mannelijke lijn van de familie van Filips V Xavier als koning zou worden aangewezen. Karel Hugo, die getrouwd was met Irene (1939), was zijn zoon. Het echtpaar Karel Hugo-Irene kreeg vier kinderen, Karel Xavier Bernard Sixtus Marie (1970) Margarita Maria Beatrix (1972) Jaime Bernard (1972) en Maria Carolina Christina (23 juni 1974). In 1981 besloten ze tot een scheiding.

De Spaanse burgeroorlog
Tijdens de Spaanse burgeroorlog streden de Carlisten aan de kant van de rebellen van Franco. Zo hoopten ze erkend te worden als de ware koningen van Spanje. Dit liep anders af omdat Franco de macht in Spanje voor zichzelf hield en later Jan Karel (Juan Carlos), de kleinzoon van Alfons XIII hem als staatsleider opvolgde.

Karel Hugo trok zich in 1979 terug als pretendent op de Spaanse troon, waarna hij die in 2003 hernieuwde. Ook de verloren titel van Hertog van Parma bleef hij koesteren. De huidige leider van de carlisten is sinds 2010 zijn oudste zoon Karel van Bourbon-Parma, neef van de Nederlandse koning Willem Alexander. Op 20 juni 2014, twee dagen na het aftreden van de Spaanse koning Jan Karel I, claimde hij de Spaanse troon, die echter al gereserveerd was voor diens zoon Felipe (Filips) VI.

Republiek
De Spaanse monarchie is overigens niet al te populair onder het volk. Twee derde van de Spanjaarden is voorstander van het organiseren van een referendum over de (her)invoering van de republiek. Misstappen van Jan Karel, zoals het jagen op beschermde olifanten in Afrika en het erop na houden van een liefje, een steeds hoger staatsinkomen bij een oplopende werkloosheid, armoede gecombineerd met bezuinigingen en privatiseringen door de regering, pleziervluchten met staatsvliegtuigen, en corruptie en belastingontduiking van familieleden (o.a. zijn jongste dochter en haar man) zorgen ervoor dat de kritiek op het koningshuis in Spanje alleen maar stijgt.