Spanje op de Olympische Spelen

De eerste keer dat Spaanse sporters deelnamen aan de Olympische Spelen was in 1900, in dat jaar gehouden in Parijs. Tijdens de allereerste editie van Athene in 1896 was Spanje namelijk niet van de partij geweest. Daarna zou het pas in 1920 opnieuw voorkomen dat een Spaanse delegatie zich, ditmaal in Antwerpen, meldde. Alleen tijdens de Spelen van Berlijn (1936) zou Spanje nog eens -en voor het laatst- afwezig zijn, wat te maken had met de niet lang daarvoor uitgebroken burgeroorlog.

In Spanje zelf werd het sportevenement slechts één keer gehouden, namelijk in Barcelona (1992). Ook werd Madrid vier keer zonder succes genomineerd als kandidaat-stad. Sinds de laatste gecompleteerde Olympische Spelen, die van Parijs 2024, heeft Spanje in totaal 188 medailles behaald, waarvan 48 gouden, 76 zilveren en 58 bronzen medailles. Tijdens de Winterspelen, die in 1924 voor het eerst werden gehouden, maar waar Spanje pas voor het eerst in 1936 aan deelnam, was er beduidend minder succes met 5 medailles, waarvan 1 gouden (1972), 1 zilveren (2022) en 3 bronzen medailles (1992 en 2018).

Het was tijdens de spelen van Barcelona, dat Spanje in totaal de meeste medailles in de wacht wist te slepen, namelijk 22 (13 gouden, 7 zilveren en 2 bronzen medailles. Onder de gouden medailles bevonden zich die van het mannenvoetbal en het vrouwenhockey.

Grote grootste successen
In 2008 greep veertienvoudig winnaar van Roland Garros, Rafael Nadal, Olympisch goud in Beijing bij tennis. In 2016 herhaalde hij dat in Rio de Janeiro in het dubbelspel. Daarmee is hij één van de meest succesvolle Spaanse Olympiërs, naast atleten als Saúl Craviotto, die twee keer goud behaalde bij het kanovaren (2008 en 2016), wielrenner Joan Llaneras (Olympisch kampioen in 2000 en 2008), zeilers Luis Dorester (in 1984 en 1992) en Theresa Zabell (1992 en 1996), en turner Gervasio Deferr (goud in 2000 en 2004). 

Wat het aantal medailles betreft heeft Craviotto de meeste mee naar huis genomen, namelijk twee gouden, twee zilveren en één bronzen medaille, vijf in totaal. Een andere kanovaarder, David Cal, won ook vijf medailles, maar daartoe behoorde slechts één keer goud (en vier keer zilver). De zwemster Mireia Belmonte won vier Olympische medailles, goud en brons in 2016 en twee keer zilver in 2012. Ook tennister Arantxa Sánchez Vicario won vier Olympische medailles in 1992 en 1996, maar geen goud. Het mannenvoetbalteam won ook twee gouden medailles (1992 en 2024) en daarnaast drie zilveren medailles, maar met verschillende bezettingen.

Foto's (van boven naar onder): 
Drievoudig wereldkampioene badminton Carolina Marín, Olympisch goud in Rio de Janeiro, 2016 (foto Tsportsasia, Wikipedia);
Vijfvoudig Tourwinnaar Miguel Indurain, Olympisch goud op de tijdrit in 1996 (foto Eric Houdas, Wikipedia)