Galicië, land van hunebedden


Galicië, in het Noord-westen van Spanje -boven Portugal- is een streek waar vele sporen zijn aan te treffen van de prehistorie. Van het zg. 'Paleolthicum', of oude steentijd (vanaf 2,5 miljoen jaar v. Chr. tot na de laatste IJstijd, 12.500 v. Chr.), zijn resten van enkele nederzettingen aangetroffen, met gebruiksvoorwerpen vervaardigd uit steen. Van het 'Neolithicum' of de Nieuwe IJstijd, die ongeveer in 11.000 v. Chr. begon, zijn meer dan 10.000 hunebedden, in goede of slechte staat, terug te vinden.

Geschiedenis en gebruik van het hunebed
Een hunebed, of dolmen, is een steenkamer opgebouwd uit draagstenen, rechtopstaande stenen, die voor ongeveer tweederde onder de grond zijn begraven, en een platte deksteen, die op de draagstenen rust. De ruimte tussen de draagstenen werd oorspronkelijk opgevuld met kleinere stenen, stopstenen. Die zijn in de Middeleeuwen meestal weggehaald voor de bouw van huizen, kerken, etc. Verder werden ze 'afgemaakt' met aarde, met als resultaat een heuveltje dat in Spanje 'mamoa' (mama) wordt genoemd. In de Galicische taal, het 'galego' heet dat 'medoña', 'medorra' of 'medela'.

De ingang naar de steenkamer bevindt zich meestal aan de zuidkant. De hunebedden werden in Nederland, waar zulke gesteente niet voorkomt, waarschijnlijk gemaakt van zwerfstenen, die tijdens de IJstijden waren aangevoerd. In andere landen, en ook in Galicië, was dat lokale steen, die daarin de natuur aangetroffen wordt.

Hunebedden werden gebouwd van 3450 tot circa 3250 v. Chr., en waren grafkamers. Er worden dan ook vaak brandsporen in hun buurt aangetroffen. Het vuur speelde een rol bij de dodencultuur van de hunebedbouwers. De doden worden in gestrekte, zittende of in gehurkte houding bijgezet en vergezeld met grafgiften. Daarom heeft men in bijna alle hunebedden aardewerk en andere voorwerpen gevonden.

Helaas werden 80% van de hunebedden in Galicië gedurende de eeuwen, die volgden, geplunderd. Dit heeft te maken met legendes, die eromheen ontstonden, waarin verteld werd dat er goud van een mythologisch volk, de zg. 'Mouros' onder begraven lag.

De betekenis van de woorden 'hunebed' en 'dolmen'
Het woord 'dolmen' komt uit het bretons en betekent tafel van steen. Het wordt ontleend aan het Keltische 'taol, wat tafel betekent en 'maen' of 'men' wat steen betekent. In die tijd imeende men dat dolmens en menhirs Keltische cultuurelementen waren, wat later ontkracht werd. Het woord 'hunebed' is ouder. De Nederlandse historicus van Duitse afkomst, Johan Picardt (1600-1670), noemde hunebeden "steenhopen gebouwd door grouwsamen barbarische en wreede reusen, huynen, giganten". Dit was geheel in overeenstemming met de toenmalige bijbeluitleg die vertelde dat er vóór de Zondvloed reuzen op aarde waren. Picardt noemde de hunebedden 'steenhopen', maar de term 'huynen' zorgde ervoor dat in 1685 de Fries-Groningse dichteres Titia Brongersma (ca. 1600-ca.1700), die beroemd werd vanwege haar hunebed-onderzoek, de 'steenhoop' voor het eerst dan ook 'hunebed' noemde. In Galicië heet een hunebed 'dolmen' naar de bretonse versie van het woord.

De legendarische 'mouros'
Het Latijnse woord 'maurus', waar het galicische 'mouro' vandaan komt, vindt zijn oorsprong volgens de filoloog Isodoro Millán van het Keltisch 'mrvos'. Daaruit wordt de theorie ontleend dat 'mouros' een dodenvolk was. Volgens de legende waren het onderaardse schepselen, die leefden in tunnels onder de grond van het delven en smeden van goud (in Galicsich 'ouro'). Ze hadden een donkere huid (net als de latere 'moros', Spaans voor de moren in Spanje) en bezaten magische krachten. Ze deden obscure zaken met mensen in ruil voor hun goud, waarbij de mensen die dat goud verkregen verboden was om dat verder te vertellen, op straffe van dat het goud zou veranderen in steenkool.
De 'mouros' konden ook bewakers zijn van schatten, die dan onder een hunebed bewaard werd. Het bestaan van hunebedden en ook >>'castros' (oude ruïnes van Keltische nederzettingen) werden in vroegere tijden verklaard m.b.t. de 'mouros'. Er werd dan ook beweerd dat de 'mouros' een volk waren dat in oude tijden vocht tegen de bezetting van de Romeinen en later de Visigothen, maar uiteindelijk werd verdreven en hun schuilplaats onderaards vond.

Foto boven: Het hunebed van Axeitos (4000 v. Chr.)