De Spaanse Successieoorlog, definitieve einde van Spanje als wereldmacht

Toen Karel II, de laatste Habsburgse koning van Spanje, in 1700 kinderloos stierf was Frankrijk de machtigste mogendheid van Europa. Dat maakte dat de beoogde troonopvolging van de kleinzoon van de Franse koning, Lodewijk XIV, waarmee beide landen ooit een personele unie zouden kunnen vormen, door andere landen als bedreigend werd ervaren voor het machtsevenwicht. Dat was de reden dat Engeland, de Nederlanden en Pruisen liever de aanspraken steunden van de Oostenrijkse Habsburgers, directe familie van de gestorven Spaanse koning.

Verdragen
Zich van te voren bewust van de problemen, die het kon veroorzaken, hadden Lodewijk en keizer Leopold I van Oostenrijk al voor Karel's dood met de zg. Partitieverdragen van Den Haag en Londen afgesproken de erfenis te zullen verdelen. Het testament van de laatste Spaanse koning bepaalde echter dat het gehele Spaanse rijk aan Lodewijk's kleinzoon, Filips van Anjou, zou vallen. Aanvankelijk werd dit daarom ook zo erkend, in het Verdrag van Den Haag van 1701.

In datzelfde jaar liet Lodewijk XIV -namens zijn kleinzoon, die toen nog net minderjarig was- de Spaanse Nederlanden in bezit nemen en verdreef daarbij de garnizoenen uit  de acht Barrièresteden, die de Nederlandse Republiek daar sinds 1697 had. Tegelijkertijd bevoordeelde hij de Frans-Spaanse handel ten nadele van Engelsen en Nederlanders. Die gebeurtenissen deden de andere landen inzien dat Spanje en Frankrijk in feite al verenigd waren.

De 'Grote Alliantie'
Toen dus Leopold I Karel's erfenis voor zijn familie, de Oostenrijkse tak van de Habsburgers, opeiste vond hij daarin steun bij de Nederlanden, Engeland zowel als Pruisen. Zo werd de 'Grote Alliantie' gevormd, waarbij zich later enkele Duitse vorsten aansloten. De Alliantie eiste dat Filips af zou zien van de Spaanse kroon, wat werd geweigerd.

Willem III van Oranje was nog koning van Engeland toen de oorlog uitbrak, en er was een personele unie met de Nederlandse Republiek. Na zijn dood een jaar later volgde een scheiding. Hoewel de Republiek als handelsnatie weinig belang had bij een oorlog lonkte het vooruitzicht niet om een grens te hebben met het machtige Frankrijk. Dat de oorlog serieus werd genomen bewijst wel dat het Staatse leger met zo'n 120.000 man zijn grootste omvang ooit zou bereiken.

Vredesonderhandelingen
In 1705 overleed Leopold I en werd hij opgevolgd door zijn zoon, Jozef I. In datzelfde jaar vonden al de eerste vredesonderhandelingen plaats, waarin de Nederlandse Republiek een voortrekkersrol zou spelen. Engeland en Frankrijk bleken het echter niet zomaar eens te kunnen worden. Ook een tweede onderhandelingsronde in 1709 mislukte, waarna Frankrijk alleen nog met iedere partij afzonderlijk zou willen onderhandelen.

Naarmate het einde van de oorlog in zicht kwam en steeds meer duidelijk werd dat Frankrijk die zou verliezen begonnen de Engelsen te beseffen dat een unie tussen Oostenrijk en Spanje ook niet voordelig was voor het gezochte machtsevenwicht. Daarom zou het in 1711 lukken om -vooralsnog geheim- akkoord te bereiken tussen Frankrijk en Engeland. In datzelfde jaar zou ook besloten worden tot een groots opgezet vredescongres, dat in Utrecht zou worden gehouden.

Toch betekende de Vrede van Utrecht (1713) nog niet het definitieve einde van de oorlog. Keizer Karel VI, die in 1711 zijn gestorven broer Jozef I had opgevolgd, was het niet eens met de door Engelsen en Fransen bedongen vredesvoorwaarden en vocht nog ruim een jaar door, gesteund door de Pruisen. Pas met de Vrede van Rastatt (1714) en die van Baden (1714) kwam er een definitief einde aan de Spaanse Successieoorlog.

Zo werd er bepaald dat Filips V koning van Spanje mocht blijven. Hij moest daarmee wel afstand doen van zijn rechten op de Franse troon, zodat een eventuele personele unie tussen Frankrijk en Spanje voorkomen werd. Ter compensatie aan de Oostenrijkse aanspraken vervielen de Zuidelijke Nederlanden en de Italiaanse staten Napels, Milaan en Sardinië, die op dat moment in Spaanse handen waren, aan de Oostenrijkse Habsburgers.

Ook werd bepaald dat Frankrijk een deel van haar Canadese kolonies aan Engeland verloor en het strategisch gelegen Gibraltar, tijdens de oorlog op Spanje veroverd, in Engelse handen bleef, waarbij Engeland ook nog het gewilde 'Asiento de negros', het alleenrecht op de slavenhandel met Amerika, kreeg. Dit ondanks protesten van de Nederlandse diplomaten, die deelnamen aan de vredescongressen. Zij konden hooguit wat terreinuitbreiding krijgen met Vlodrop, Stevensweert en Venlo, in Opper-Gelre.

De oude Spaanse koninkrijken Castilië en Aragón, die tot op dat moment nog steeds formeel in een personele unie samen hadden geleefd, werden nu pas echt in één staat samengebracht. Tevens was dit definitief het einde van een tijdperk, waarin Spanje een (al afbrokkelende) wereldmacht was.

Afbeeldingen: (van boven naar onder) Zeeslag in de baai van Vigo (1702); Lodewijk XIV; Willem III van Oranje; De Vrede van Utrecht (1713); Filips V.

Lees ook: >>Karel II, de 'behekste' koning