De staatsgreep van 18 juli 1936

Tachtig jaar geleden, op 18 juli 1936, pleegden in Spanje opstandige militairen onder de leiding de generaals Mola en Sanjurjo een militaire staatsgreep met als doel de toenmalige republiek omver te werpen. Dat mislukte dankzij heftige weerstand van linkse partijen en andere sociale organisaties. Maar het was wel de aanleiding van het feit dat er een verdeeld Spanje ontstond.

Wat er daarna gebeurde is bekend: een burgeroorlog tussen de republikeinen en de 'nationalistische' rebellen (1936-1939. En na drieëndertig maanden, waarin honderdduizenden doden te betreuren vielen -waaronder ook vele Nederlanders en Belgen- zouden de militairen onder leiding van generaal Franco toch zin krijgen. Die vestigde een dictatuur, die het land zuiverde van alle politieke tegenstanders -na de inname van Barcelona werden ongeveer 10.000 mensen zonder enige vorm van proces geëxecuteerd.

Slachtoffers
Tot op de dag van vandaag is niet bekend hoeveel slachtoffers er precies aan beide kanten zijn gevallen. De schattingen gaan uit van zo'n 600.000. Nog steeds worden meer dan 140.000 mensen vermist. In 2007 nam de sociaal-democratische regering Zapatero de Wet van Historische Herinnering aan, die alle symbolen die verwijzen naar de dictatuur van Franco (1939-1975) uit het straatbeeld en het openbare leven wilde verbannen. Tot nu toe is daar, doordat er daarna een rechtse regering volgde, weinig van gekomen.

Vrijwilligers uit België en Nederland
Naar schatting streden er zo'n 2400 Belgische vrijwilligers en 700 Nederlandse vrijwilligers in de Internationale Brigades. Na de val van het noorderlijke republikeinse front in 1937 zouden overigens zo’n 5000 ‘niños de la guerra’, kinderen van Spaanse vluchtelingen opgevangen worden door sympathiserende gezinnen in België.