De Spaansche Hof, toevluchtsoord voor Nederlandse katholieken

Na de Tachtigjarige Oorlog en de erkenning van de Republiek der Nederlanden door de Spaanse kroon zouden er ook de diplomatieke betrekkingen tussen beide landen hersteld worden. Uiteindelijk leidde dat ertoe dat in 1677 de Spaanse gezant een stuk grond kocht in Den Haag. Op die grond, tussen het Westeinde en de Laan, stond het huis van de heren van Assendelft, die in 1668 hwas uitgestorven. Datzelfde huis was eerder, zo rond 1653, enige tijd verhuurd geweest aan raadpensionaris Johan de Witt.

Met die koop werd een eerste aanzet gegeven aan een vaste plek voor de Spaanse ambassade in Nederland. Dat dat serieus was geeft aan dat in de eeuw, die daarop volgde, het toenmalige paleis uit 1469 omgebouwd zou worden tot een complex met een tuin, stallen en een kapel. Nog altijd heet dat de 'Spaansche Hof' en is er op een gebogen poort rechts van de lange gevel een groot gebeeldhouwd wapen van Spanje te zien.

Godsdienstverbod
Tot 1795 was het in de protestante Nederlanden verboden om de katholieke godsdienst uit te oefenen. Daarom waren er overal in het land schuilkerkjes ontstaan. In Den Haag waren er echter ambassades van katholieke mogendheden, zoals Frankrijk en ook dus Spanje. Omdat hun grond diplomatiek onschendbaar was konden die er zonder belemmering hun eigen godsdienst beoefenen. Zo was dan ook tussen 1680 en 1690 op de Spaanse ambassade een katholieke kapel gebouwd.

Al gauw mochten daar ook roomsen uit de residentiestad de mis bijwonen. Het bleek daarbij groot genoeg om er zo'n 1000 gelovigen in op te nemen. Het zou echter niet aldoor open staan. Tijdens de >>Spaanse Successieoorlog bijvoorbeeld, toen tussen 1702 en 1715 de betrekkingen tussen Nederland en Spanje verbroken waren, bleef de kapel noodgedwongen gesloten.

In de latere Franse Tijd kwam de Spaanse ambassade in Den Haag leeg te staan doordat koning Lodewijk Napoleon zijn regering naar Utrecht had laten verhuizen. Daarna, in 1811, zou de Spaansche Hof zelfs verkocht worden aan de heer van Rijsenburgh, Peter J. van Oosthuyse (zie afbeelding hiernaast) -zelf ook van katholieke huize. Omdat het daarna aan de Deense gezant werd verhuurd zag het er even naar uit dat de kapel voorgoed gesloten zou blijven, maar niet veel later kwam het in Franse handen. Al was er in die tijd allang godsdienstvrijheid waren vele katholieken in Den Haag zich met de kapel op de Spaansche Hof verbonden blijven voelen, waardoor de behoefte bleef om het opnieuw voor de gelovigen te openen. Dat gebeurde dan ook, en wel in 1816. Toen zou ook al gauw blijken dat het kerkje intussen eigenlijk wel wat te klein was geworden.

Nieuwe kerk
In 1838 werd het Hof geschonken aan de Jezuïeten, die plannen indienden om achter het paleis, aan de Laan, een grotere kerk te laten bouwen. Dit werd echter door de gemeente afgewezen, omdat er al een remonstrantse kerk stond. Desondanks en ondanks dat er al een katholieke kerk aan de nabije Assendelftstraat stond, werden de plannen doorgezet en tussen 1839 en 1841 zou op plek, waar de oude kapel stond, een nieuwe tempel gebouwd worden. Het zou gewijd worden aan de Spaanse heilige >>Theresia van Ávila.

Het neoclassicistische ontwerp van de kerk, met drie beuken, ionische zuilen en gestucte gewelven, is van Tieleman François Suys, de hofarchitect van de toenmalige Belgische koning Leopold I. Het altaar (zie foto hiernaast) en de preekstoel werden vervaardigd door Charles Geerts, een beeldhouwer uit Leuven. Het oorspronkelijke orgel uit de kapel werd aanvankelijk behouden. Toen het in 1857 uiteindelijk werd vervangen ging het naar een jongensinstituut in Katwijk. Nog altijd worden er in de kerk diensten gehouden, tegenwoordig door de Rooms Katholieke Poolse en Slowaakse Gemeenschappen in Den Haag.

De kerk is intussen uitgeroepen tot rijksmonument en staat op de lijst van de Top 100 van Nederlandse Unesco-monumenten.

Spookverschijningen
In het begin van de 16de eeuw woonde in het toenmalige huis op wat nu het Spaanse Hof is de edelman Gerrit van Asseldelft. Hij huwde in 1507 in Orléans Catherine de Chasseur. Omdat zij van lagere komaf was accepteerde haar schoonfamilie haar echter niet. Daarom zou ze gedurende haar huwelijk meestentijds gescheiden leven van haar echtgenoot en dus voor zichzelf moeten zorgen.

Catherine, die waarschijnlijk uit een koopmansfamilie kwam, wist een netwerk op te zetten, dat valse munten verspreidde. Toen ze echter tegen de lamp liep werd ze gevangen gezet op de Gevangenpoort en door het 'Hof van Holland' -in die tijd het hoogste gerechtshof, waar haar eigen man overigens president van was- veroordeeld tot de brandstapel. Dankzij tussenkomst van Maria van Hongarije (zie afbeelding hiernaast), die tussen 1530 en 1555 in naam van haar broer Karel V landvoogdes van de Nederlanden was, werd die straf omgezet tot dood door verdrinking. Dat vonnis werd in 1541 werd uitgevoerd.

Volgens de overlevering is daarna haar spook blijven rondhangen op de Spaansche Hof. Verschillende bewoners en bezoekers lijken haar over de eeuwen heen gezien en/of gehoord te hebben. Zo zou al in 1653 de zus van Johan de Witt, Johanna, melding hebben gemaakt van een geest in het huis. Twee diensboden zouden het huis hebben ontvlucht omdat iets of iemand midden in de nacht hun dekens van het bed af wilde trekken. Ook zijn er verhalen over onverklaarbare plassen water waar geen lekkages zijn (Catherine stierf de verdrinkingsdood). Een Engelse ambassadeur zou eind vorige eeuw klopgeluiden hebben gehoord en weer een andere de geest van een grijze dame met bedekt hoofd hebben gezien.

Catherine had met Gerrit een zoon, Klaas, die in het testament van zijn vader werd uitgesloten. Uiteindelijk kreeg hij toch de erfenis, maar tot in de 17de eeuw zijn er rechtszaken blijven lopen, omdat andere familieleden die rechten betwistten.

Residentie voor ambassadeurs uit vele landen
Behalve de ambassadeurs van Spanje, Denemarken en Frankrijk hebben op de Spaansche Hof ook die van Pruisen (1843-1861) en Engeland (1862-1981) verbleven. Nu staat het leeg en wordt het verhuurd voor banketten en partijen.

De Spaanse Ambassade is tegenwoordig op het Lange Voorhout in Den Haag, waar ook ambassades van vele andere landen te vinden zijn.