Het verdeelde Catalonië

In september 2017 werd door het regionale Catalaanse parlement, waarin verschillende nationalistische partijen een meerderheid vormden, gestemd over een referendum over de onafhankelijkheid van Catalonië. Deze stemming was de uitkomst van jarenlang gesteggel met de Spaanse regering, waarin deze zo'n referendum als ongrondwettelijk beschouwde. Desondanks kwam op 1 oktober, ondanks alle verzet van de centrale Spaanse regering en de politiemacht die op de been was gebracht om het te voorkomen, 42% van de stemgerechtigde Catalanen opdagen, waarbij uiteindelijk 90% voor afscheiding zou stemmen. Later die maand riep het Catalaanse parlement eenzijdig de Catalaanse republiek uit.

Dat er veel Catalanen zijn, die onafhankelijk willen zijn van Spanje, is overigens niets nieuws. Er werd in de geschiedenis al vier keer eerder door verschillende Catalaanse presidenten en in verschillende vorm een eigen staat of natie uitgeroepen: in 1641 door Pau Claris i Casademunt, in 1873 door Baldomer Lostau i Prats, in 1931 door Francesc Macià i Llussà en in 1934 door Lluís Companys i Jover. Alle keren werd dat door de Spaanse centrale regering teruggedraaid. Nu zou dat niet anders zijn.

Economische argumenten
Waar het argument voorheen vooral was dat Catalonië een eigen natie is met een eigen taal, met een gemeenschappelijke cultuur en geschiedenis, en dat het in de Karolingische Middeleeuwen niet eens tot Spanje (wat toen niet bestond) behoorde, hebben de argumenten in onze tijd meer een economische achtergrond. Toen in 2006 wereldwijd een economische crisis toesloeg, werd vooral Spanje hard getroffen. Veel Spaanse regio’s begonnen met hoge schulden en een nijpende werkloosheid te kampen. Van Catalonië, als één van de motors van Spanje, werd op dat moment solidairiteit verwacht om zodoende economische verschillen met de armere regio's te verkleinen. Bovendien werd door de conservatieve Spaanse regering een verregaande autonomie van de regio, beloofd door een eerdere sociaal-semocratische regering, teruggedraaid.

Voor veel Catalanen was dat en de verregaande corruptie binnen de regeringspartijd, de PP, een doorn in het oog en de roep om onafhankelijkheid begon weer op te steken. Het feit dat de regering, gesterkt door een absolute meerderheid in het parlement, de dialoog daarover niet wenste aan te gaan, heeft die roep daarna jaar na jaar alleen maar versterkt.

Artikel 155
Aan die starre houding van de Spaanse regering zou hoe dan ook weinig verandering komen. Te verwachten was dan ook dat, als reactie op de onafhankelijkheidsverklaring, deze het beruchte artikel 155 van de Spaanse grondwet in werking stelde. Daarmee kon Catalonië tijdelijk zijn autonomie worden ontnomen. Er werden tgelijkertijd nieuwe regionale verkiezingen uitgeschreven, die de anti-afscheidingspartij Cuidadanos de grootste partij in Catalonië zou maken. Desondanks zou deze partij in opkomst niet in ertoe staat zijn om een anti-separatistische coalitie met een parlementaire meerderheid te bereiken. De partijen vóór de Catalaanse onafhankelijkheid, ondanks een minderheid aan stemmen, konden dat wel. Maar wat deze situatie vooral aangeeft is dat er weliswaar nog steeds veel Catalanen zijn, die de onafhankelijkheid van Spanje wensen, maar tevens dat een niet te verwaarlozen deel van hen daar juist tegen is en zich Catalaan èn Spanjaard voelt.

Pro-Spaanse Catalanen
Onder het overdonderende geroep om onafhankelijkheid in Catalonië zouden de pro-Spaanse Catalanen aanvankelijk weinig van zich laten horen. Het referendum van 1 oktober 2017 leek daar ook niet het geschikte moment voor, want wie daar aan zou deelnemen zou een door de Spaanse regering onwettelijk verklaard initiatief legitimeren. Maar in de dagen, die er op volgden, zouden -met de gevreesde onafhankelijkheidsverklaring in het vooruitzicht- toch de straten van o.a. Barcelona worden overvloeid met massale demonstraties onder de leus 'Espanya som tots' (Spanje zijn wij allen). Ook de nieuwe verkiezingen zoud de Catalanen, die tegen afscheiding zijn, een kans bieden om zich te laten zien. Ze wisten echter dus geen democratische meerderheid te behalen, ondanks de winst van de conservatieve pro-Spaanse partij Ciudadanos van 25 naar 36 zetels, waarmee het de grootste partij in Catalonië zou worden.

'Tabarnia'
Ook op de sociale netwerken lieten de pro-Spaanse Catalanen zich niet onbetuigd. Aangewakkerd door het platform 'Barcelona is not Catalonia', zou een initiatief om een eigen autonome deelstaat op te richten, onder de naam 'Tabarnia', enorm veel weerklank vinden, vooral bij Catalanen in de provincies Barcelona en Tarragona.

De argumenten voor deze afscheding lijken curieus genoeg heel veel op die van de separatisten. Zo stelt men aan de kaak dat Barcelona 89% van alle Catalaanse belastingen betaalt en dat daar slechts 64% van in de stad geïnvesteerd wordt, waarbij er dus een groot deel 'verloren' gaat aan de armere regio’s in Catalonië. Daarnaast ziet men met lede ogen aan dat het Catalaanse kiesstelsel erin voorziet dat een stem in grote steden als Barcelona en Tarragona vier keer minder telt dan in Girona en Lleida, waar de separatisten de overhand hebben.

Vlucht van bedrijven
Om de economische belangen in deze netelige kwestie te onderstrepen blijken ook nog dat, na het referendum en de aankondiging van de Catalaanse regio-regering om de onafhankelijkheid uit te roepen, meer dan 3.000 grotere bedrijven en duizenden zelfstandigen en kleinere bedrijfjes in Catalonië zijn weggevlucht.

Vall d'Arán
Verder heb je nog de bijna vergeten streek Vall d’Aran, dat het recht heeft afgedwongen om -indien nodig- gebruik te maken van hetzelfde zelfbeschikkingsrecht als waar de Catalaanse separatisten aanspraak op maken. In dit geval zouden de ca. 100.000 inwoners van dit moeilijk toegankelijk dal in het hartje van de Pyreneeën juist er voor kiezen om geen deel uit te maken van een onafhankelijk Catalonië. Men vindt er nl. dat dat de Catalaanse regio-regering te weinig aandacht besteedt aan hun geheel eigen taal, het Arán. Daarnaast is men van mening dat de Catalaanse regering te weinig in de regio investeert.